Geloof in de Samenleving - Algemene Beschouwingen 2024

Leiden
1 Pieter Krol.jpg
Door Pieter Krol op 13 juli 2024 om 14:00

Geloof in de Samenleving - Algemene Beschouwingen 2024

Voorzitter, volgens het World Happiness Report staat Nederland dit jaar op plek 6 in het lijstje gelukkigste landen ter wereld. En als je dan ook nog bedenkt – en dat hoeven we gelukkig niet te bewijzen – dat Leiden de mooiste stad van Nederland is, dan mogen we ons in de handjes knijpen dat we in Leiden leven.

En toch valt me aan die gelukslijstjes vaak wat op: geluk wordt gereduceerd tot objectiveerbare feiten. Het gaat over meetbare dingen als inkomen, sociale zekerheid, keuzevrijheid en een gezonde levensverwachting. En hoewel deze aanpak wetenschappelijk gezien logisch is, zegt het volgens mij ook veel over onze tijdsgeest.

Want al die factoren zijn eigenlijk hyper individualistisch: als ik maar genoeg van dit, als ik maar genoeg van dat; als ik maar… dan word ik vanzelf gelukkig. Geluk als een belofte, geluk als maakbaar principe. 

En het gevaar van onze politiek is, en dat geldt in stad met een links progressieve signatuur des te meer, dat we ook hier in dit huis – hoewel met goede bedoelingen – vooral met dit soort eigen lijstjes bezig zijn: als wij de stad groen en autoluw maken en dromen over de meest leefbare stad van Europa; als wij alsmaar publiek geld blijven investeren in het Bio Science park; als wij maar zorgen voor het meest fancy bibliotheekconcept; als wij zorgen voor ruimere terrassen en een evenementenfonds; als wij zorgen voor inclusiviteitsbeleid; etc.; dan wordt Leiden vanzelf gelukkig.

Voorzitter, meer nog dan het geluk dat hiermee hopelijk bereikt wordt, verschuift de focus hiermee onbedoeld van wat er in de samenleving werkelijk nodig is naar de overheid zelf: de focus is gericht op eigen plannen en ideeën, terwijl de focus gericht moet zijn op wat er in de samenleving zelf nodig is. Daar is geen links liberale plannenmakerij van jij een beetje daar en ik een beetje hier voor nodig, maar een heldere visie op wat de samenleving als geheel nodig heeft.

Al die plannen en ideeën maken de overheid bovendien ook nog groter. Dat zien we ook terug in de feiten en cijfers: de investeringsagenda was nog nooit zo groot als nu; en financiële parameters doorbreken kritische grenzen. En de rekening wordt ook bij de Leidenaren gelegd, terwijl Leiden al 37% boven het landelijke gemiddelde zit voor wat betreft de woonlasten. En last but not least: over een reserve van 38 miljoen euro uit erfpacht die vrijvalt begint dit stadsbestuur al vrolijk zelf allerlei plannetjes te maken voor investeringen in het fysieke domein, zonder met de Raad een integrale afweging te maken van wat er nou echt in onze samenleving nodig is aan goede plannen.

Als we dat geld dan willen inzetten in duurzame verstedelijking – zoals dit College graag wil – laten we dan om te beginnen eens kijken naar de tochtige sociale huurwoningen waar de schimmel welig tiert. Vorig jaar vroeg ik hiervoor bij de algemene beschouwingen ook al aandacht, de recente ontwikkelingen onderstrepen nog maar eens de noodzaak hiervan.

Voorzitter, als een overheid een steeds grotere broek aantrekt, meer geld uitgeeft aan eigen plannen dan ooit tevoren, is de kans groot dat de kracht en de speelruimte van en in de samenleving zelf kleiner wordt, terwijl juist die benut moet worden in een goede, gezonde en gelukkige samenleving. We hebben een overheid nodig die niet invult wat nodig is, maar aanvult en invoelt wat nodig is.

In dat licht is het bijvoorbeeld onbegrijpelijk dat het College ervoor kiest om de reserve maatschappelijke initiatieven, die juist bedoeld is voor initiatieven uit de samenleving zelf, bijna in z’n geheel weg te bezuinigen.

Maar weinig of niets is er te lezen over Leidenaren voor wie de stad en het gevoerde beleid momenteel geen succes is, en voor wie geluk ver weg is. Het is leuk, al die groene, oranje en rode stoplichten op het gebied van beleidsvoortgang: maar laat de overheid bovenal oog hebben voor mensen voor wie de seinen in hun leven op rood staan, en daar verantwoording over afleggen.

Neem als voorbeeld onze jeugdhulp. Het is dramatisch om te zien hoe de vraag naar de Jeugdhulp in de afgelopen jaren is gestegen en hoeveel jongeren er veel te lang moeten wachten op passende hulp. Ironisch genoeg vaak ook nog in gezinnen die afgemeten naar de lijstjes die ik net noemde ‘gelukkig’ zouden moeten zijn, maar de gebrokenheid aan den lijve ondervinden.

Laat de overheid vooral investeren in beleid om de samenleving op dit punt zelf te versterken: Wat gun ik jongeren een omgeving en thuissituatie waarin ouders, en anders een opa, oma, buurman of buurvrouw in eerste instantie benaderbaar zijn voor hulp, en niet die veelal afstandelijke, bureaucratische overheid, waar je noodgedwongen van loket naar loket gaat. Concrete voorstellen zullen we doen om ouders bij wie een relatie op de klippen dreigt te lopen, vroegtijdig en laagdrempelig te helpen, juist om kinderen het moeras van jeugdhulp te besparen.

Voorzitter, ook als je hoog scoort op alle factoren die je gelukkig zouden moeten maken, kan het goed zijn dat je ongelukkig, doodongelukkig en zelfs onveilig bent. Ik moet denken aan onder andere onze Joodse gemeenschap, die te maken heeft met toenemend antisemitisme, waarover we in de stukken niets konden lezen. Het is leuk dat je wellicht goed scoort op de objectieve gelukslijstjes, maar als je te maken hebt met bedreiging op basis van je geloofsovertuiging, dan koop je daar niks voor, en wil je dat – omdat de samenleving het laat afweten – de overheid je deze veiligheid zonder twijfel en omhaal van woorden biedt en laat zien: jij hoort erbij.

Samenleven doe je niet alleen. Dat betekent dat we ook te maken hebben in onze samenleving met mensen die tijdelijk of blijvend niet goed kunnen meekomen. Dat vraagt van iedereen in onze stad om om te kunnen en willen gaan met verschillen. En het vraagt om een overheid die oog heeft voor de meest kwetsbaren in de samenleving: in het bijzonder moet ik denken aan ongedocumenteerde asielzoekers, een groep die we al jaren geen opvang meer bieden in onze stad, terwijl ze wel in onze stad leven. Het zijn ongedocumenteerden die niet eens meedoen op gelukslijstjes, omdat ze daarvan al op voorhand worden uitgesloten, een inkomen verdienen is bijvoorbeeld verboden. Wat nou inclusiviteit zou ik haast willen vragen?

Juist in een tijd dat er politiek gezien landelijk een gure wind waait, hebben we lokaal een warme bries nodig voor de meest kwetsbare mensen in onze samenleving.

Samenleven begint in de samenleving zelf. Daar moet een overheid in investeren. Langs die meetlat zullen we de plannen en ideeën de komende weken leggen in de verschillende commissievergaderingen.