Wie zijn de verliezers? - Bijdrage van de ChristenUnie tijdens de algemene beschouwingen

stadskantoor.jpg
1 Pieter Krol.jpg
Door Pieter Krol op 15 juni 2023 om 22:15

Wie zijn de verliezers? - Bijdrage van de ChristenUnie tijdens de algemene beschouwingen

Op donderdagavond 15 juni kwam de gemeenteraad bijeen voor de bespreking van het afgelopen jaar en de plannen voor de komende jaren. Pieter Krol, raadslid voor de ChristenUnie, vroeg zich bij de plannen af wie de verliezers zijn. Zijn hele bijdrage is hieronder terug te lezen! 

Het is fantastisch dat we de algemene beschouwingen, toch de politieke hoogmis van het jaar, weer in ons eigen stadhuis kunnen houden. En dat dan ook nog fysiek in plaats van achter een beeldscherm. Dat laat iets zien van de tijd die nog maar kort achter ons ligt. En als ik voor mezelf spreek, voelt het alsof die tijd – gelukkig – eigenlijk al best lang achter ons ligt. Het laat ook zien dat er na Corona al weer veel andere zaken zijn geweest die ons bestuurlijk en politiek hebben opgeslokt: gemeenteraadsverkiezingen; coalitieonderhandelingen; de opvang voor Oekraïense vluchtelingen; en ook de opvang van asielzoekers uit andere landen, voor wie we in Leiden inmiddels zelfs weer een eigen AZC hebben.

Voorzitter, voor die inzet zijn complimenten richting het College en de ambtelijke organisatie op zijn plaats. Het lezen van de jaarstukken, voortgangsrapportage en de Kadebrief geven een goed beeld van wat er allemaal wordt gedaan in de stad. Enkele oranje, maar vooral heel veel groene vinkjes passeren de revue. Waar je volgens Joris Luyendijk al in je handen mag wrijven met 7 vinkjes, is er volgens dit stadsbestuur eerder sprake van 777 vinkjes.

Maar voorzitter, die vinkjes zeggen mij eerlijk gezegd niet zoveel. Hoe je met de meest kwetsbaren en zwaksten omgaat, is voor mij uiteindelijk bepalend hoe we er als stad voor staan en wat voor overheid we zijn. Van Peter Ester, een oud-senator van de ChristenUnie die eind vorig jaar helaas overleed, leerde ik om altijd te proberen door beleid, kaders en regels heen te kijken en je zelf de vraag te blijven stellen: wie zijn de verliezers? Als je die vraag zo los hoort, dan klinkt die misschien wat negatief. Maar zo is hij nadrukkelijk niet bedoeld. Want het gaat erom dat we elkaar uitdagen om juist over dit soort vragen vanavond en in de komende commissievergadering het debat te voeren: wie hebben er in onze stad geen stem en moeten wel gehoord worden? Wie zien we niet staan, die we wel zouden moeten zien staan? Wie is onze naaste in nood, die hulp nodig heeft en nu geen hulp krijgt? Kortom over de vraag: wie zijn de verliezers?

Voorzitter, als ik zelf op die vraag reflecteer vallen er in de beleidskeuzes die dit College maakt een aantal dingen op. Bij het beleidsakkoord vorig jaar gaf ik al aan dat de vuilkuil van dit College met veelal linkse en liberale partijen is dat het vooral een afspiegeling is van mensen, partijen en beleidskeuzes die passen bij een leven aan de goede kant van de kloof, aan de kant van de winnaars. Juist hierom is het zo belangrijk om eerlijk te blijven reflecteren op de vraag, wie zijn de verliezers? In dat licht zijn keuzes die níet worden gemaakt misschien nog wel belangrijker dan de dingen die je wel ziet en leest. Waar het College tamboereert over de opvang van Oekraïnse vluchtelingen en de opening van een AZC en hoe dat past bij Leiden als stad van vluchtelingen, is er over een bed-, bad- en broodvoorziening en de huisvesting of begeleiding van uitgeprocedeerde asielzoekers helaas niets of slechts bar weinig te lezen. Dat komt natuurlijk omdat we die niet meer hebben. Dit is een schril en pijnlijk contrast. Voor de ChristenUnie blijft het ongelooflijk slecht te verteren dat we deze kwetsbare groep geen onderdak meer bieden en dat we het daarmee accepteren dat deze mensen niet alleen in de illegaliteit, maar ook in de anonimiteit laten leven. Bij mensen op de bank, in een tuinhuis of op straat. Met de vluchtelingenstroom die er momenteel op ons afkomt, zal ook de groep uitgeprocedeerde asielzoekers weer gaan toenemen. Wat mij betreft geeft dat alle reden voor een discussie over de vraag hoe we ons daar op voorbereiden. Wat de ChristenUnie betreft moet daar als dat nodig is ook een bereidheid bij horen om te zorgen voor een humane opvang voor deze groep.

Een andere groep mensen waar ik me ook zorgen over maak, omdat die veelal onzichtbaar zijn, zijn zogenaamde economische dak- en thuislozen. Onlangs heb ik hier met collega Julia de Groot schriftelijke vragen over gesteld. Dit zijn daklozen die een gewone baan hebben, en voor wie het toch niet lukt om de eindjes aan elkaar te knopen. Deze groep is slechts heel beperkt in beeld van de gemeente en maatschappelijke opvang, omdat ze veelal een beroep doen op vrienden en familie voor een slaapplek. Hier ligt als stad wat de ChristenUnie betreft een belangrijke uitdaging om onzichtbaar leed en vaak ook onzichtbare schaamte, zichtbaar te maken.

Voorzitters, verliezers zijn wat mij betreft ook de Leidenaren in een tochtige huurwoning, die niet de luxe hebben om met eigen middelen hun huis te verduurzamen en daarin bovendien afhankelijk zijn van hun verhuurder. Niet zelden zijn dit Leidenaren die zoveel zorgen aan hun hoofd hebben dat hun horizon niet verder reikt dan het einde van de maand, terwijl zij leven in een stad die zich politiek gezien vooral druk lijkt te maken om het einde van de wereld. Het is pijnlijk om te zien dat er in 2022 voor bijna een miljoen euro aan subsidie aan de strijkstok is blijven kleven dat er onder andere voor bedoeld is om versneld dit soort woningen te isoleren.

Zichtbaar en onzichtbaar leed is er helaas ook bij onze jongeren en studenten in de stad. Zeker onze jongeren die wachten op specialistische hulp, verdienen de grootste aandacht. De ambities om die wachtlijsten weg te werken zijn er zeker, maar deze ambities vragen om betere en concretere plannen. Want anders blijven deze jongeren de dupe van de lange wachtlijsten. Al in de Coronatijd schreef de ChristenUnie het Actieplan Leidse Lente. Het is goed dat studentenwelzijn sindsdien meer onze aandacht heeft, maar er zijn wat de ChristenUnie nog meer acties mogelijk om het welzijn te versterken. In de commissie gaan we hier graag het gesprek en de discussie over aan.

Voorzitter, ik wil het vanavond ook hebben over de keuzes van het College die wel direct zichtbaar zijn, die ook pijn doen en waar ook sprake is van verliezers. Te beginnen bij de cultuursector. Het is uitermate wrang dat het College nergens concreet wordt over bezuinigingen in de Kaderbrief; en dat het dat bij het Cultuurfonds zo ongeveer als enige wel wordt. De emoties die dat losmaakt in de stad kan ik dan ook goed begrijpen. De inzet van de ChristenUnie zal erop gericht zijn om zeker de artiesten en kunstenaars met binding met onze stad zo goed mogelijk te beschermen in hun voortbestaan. 

Voorzitter, er zijn niet alleen individuen of kleine groepen aan te wijzen als verliezers. We zijn namelijk door de keuzes van dit College allemaal verliezer. Op eigen ambities van het College wordt niets ingeleverd. In plaats daarvan kiest het College er ook nu weer voor om dan maar de lokale lasten te verhogen. Dat is wat de ChristenUnie betreft een onverantwoord financieel beleid en een uitermate slecht signaal naar de stad die daarmee opnieuw de portemonnee moet trekken voor de eindeloze politieke dadendrang van dit links liberale College. Voor de Leidenaren met wie het goed gaat en die dit College goed representeert, is dat dan misschien niet het grootste probleem, maar het zijn juist de verliezers die ik net beschreef bij wie deze rekening extra veel pijn doet. De kloof tussen winnaars en verliezers wordt daarmee alleen maar groter.

Voorzitter, ik hoop op een goed en open debat in de commissievergaderingen die eraan komen en hoop dat we met elkaar, als Raad en College, ongeachte onze politieke kleur eerlijk reflecteren op de vraag wie er de verliezers zijn in Leiden. Zo’n goed en ideologisch gedreven debat kan leiden tot mooie plannen en interessante coalities of gelegenheidscoalities. Dat is wat de stad verdient