Woordenlijst Politiek Jargon

De ChristenUnie Leiden biedt u een Woordenlijst Politiek Jargon aan. Hierin vindt u veel begrippen die ambtenaren en politici gebruiken, verklaard in normaaltaal.

Rechts op deze pagina vind u hoe en wat in gebruik

Veel plezier ermee.

Mist u nog iets in deze woordenlijst, laat het ons weten via info@leiden.christenunie.nl.

Woordenlijst Politiek Jargon

Campagne

Een politieke partij wil zoveel mogelijk stemmen krijgen. Hoe meer stemmen (boven een bepaald aantal) hoe meer mensen van die partij mogen plaatsnemen in de Tweede Kamer, gemeenteraad of provincie. Daarom gaan ze overal uitleggen waar ze voor staan en wat de partij wil. Ze gaan reclame maken, zo worden er overal affiches uitgedeeld en folders van een partij opgehangen. Een politieke partij probeert zoveel mogelijk goede, leuke aandacht te krijgen. De landelijke partijen helpen dan ook vaak de partijen die in de gemeenteraad willen komen of daar meer zetels in willen met het verkrijgen van publiciteit.

Tegenwoordig wordt er steeds meer gebruik gemaakt van internet. Via websites, speciale actiesites, grappige filmpjes, podcasts (ingesproken tekst in een geluidsbestand) en het weggeven van allerlei kleine dingen proberen partijen zoveel mogelijk aandacht op zich te vestigen zodat mensen luisteren naar wat ze te zeggen hebben.
Met al deze aandachttrekkerij proberen partijen om meer mensen over te halen om op hen te stemmen. Ook proberen ze mensen die niet van plan zijn te gaan stemmen toch naar de stembus te krijgen. Meestal lukt het nieuwe partijen met iemand die een heel andere mening heeft dan de andere partijen veel makkelijker om mensen over te halen om te gaan stemmen.

Vaak lijkt het erop dat politieke partijen heel erg negatief doen over andere partijen. Dat heet dan profileren. Zo proberen ze hun mening duidelijker anders te laten lijken dan die van een andere partij. Maar het is vaak zo dat het maar een klein beetje verschilt.

Capaciteits- kiesrecht/ capaciteitskiesrecht

Het capaciteits kiesrecht (ook wel bekwaamheidskiesrecht genoemd) is een vorm van kiesrecht waarin iemand moet kunnen aantonen goed te kunnen lezen en schrijven of over voldoende inkomen danwel spaarmiddelen te beschikken. Dit werd in 1896 ingevoerd als een compromis om mensen die niet veel belasting betaalden maar wel waardevol waren voor de maatschappij de mogelijkheid te geven om ook hun stem uit te brengen. Het was dus bedoeld als uitbreiding op het censuskiesrecht.

Het ging hier overigens nog steeds uitsluitend om mannen die ouder waren dan 25 jaar. In 1917 met de invoering van het algemeen mannenkiesrecht werd zowel censuskiesrecht als capaciteitskiesrecht afgeschaft. Lees meer over het verloop van de vorming van algemeen kiesrecht in Nederland in de afgelopen eeuwen tot nu.

Censuskiesrecht

Vanaf 1795, toen de eerste verkiezingen werden gehouden op landelijk niveau, was het stemrecht gekoppeld aan de hoeveelheid belasting die iemand betaalde. Dit systeem wordt censuskiesrecht genoemd. Door geleidelijke verlaging van het bedrag aan belasting waarboven men stemrecht kreeg, werd het aantal kiezers uitgebreid. Rond 1896 werd de mogelijkheid tot stemmen ingevoerd op basis van een bewijs dat iemand goed kon lezen en schrijven (door een aantal examens te doen), het zogenaamde capaciteitskiesrecht. Uiteindelijk is het censuskiesrecht vervangen in 1917 door algemeen kiesrecht. Meer informatie over Censuskiesrecht.

Centraal Planbureau - CPB

Rekenkamer van regering en parlement. Het CPB rekent begrotingen door om te zien wat  uiteindelijk verschillende doelgroepen voor effect op hun inkomen hebben. Ook van bijvoorbeeld belastingmaatregelen worden de effecten doorgerekend door het Centraal Planbureau. Meer informatie over Centraal Planbureau

Centraal stembureau

Bij elke verkiezing wordt de uitslag vastgesteld door een centraal stembureau, dat de uitslagen van alle stembureaus verzamelt. Het centraal stembureau zorgt voorafgaand aan de verkiezingen ook voor registratie van politieke partijen in het zogenaamde 'register van politieke groeperingen'. Het centraal stembureau zetelt in het stadhuis. 

Centrum voor Werk en Inkomen - CWI

Het CWI, vroeger het Arbeidsbureau genoemd, is het punt waar mensen die werk zoeken terecht kunnen. Voor een Werkloosheidsuitkering is inschrijven bij het Centrum voor Werk en Inkomen zelfs noodzakelijk. Ook werkgevers kunnen bij deze uitvoeringsinstantie van de overheid terecht voor arbeidsbemiddeling (bijvoorbeeld bij collectief ontslag of ontslag op bijzondere gronden.) Het CWI verleent (of weigert) ontslagvergunningen, geeft informatie over arbeid en arbeidsmarkt en bemiddelt tussen bedrijven en (toekomstige) werknemers. Zie ook: Website CWI

Christelijke partij

Laatst gewijzigd op: 15-02-2007 21:19
Dit is een partij die volgens de geloofsovertuiging van het christendom invulling geeft aan het verkiezingsprogramma. Zij vinden dit ook heel belangrijk, dat kun je vaak terug zien in hun standpunten en aan hun partijprogramma. Een Christelijke partij word ook wel beginselpartij genoemd omdat het zijn belangrijkste ideeën uit een geloof haalt. In Nederland zijn het CDA, SGP en de ChristenUnie christelijke partijen. Andere partijen hebben vaak wel leden die actief zijn binnen die partij die ook christen zijn.

Cie.

Afkorting voor commissie.

Coalitie

Omdat vrijwel nergens een politieke partij over een meerderheid in de gemeenteraad beschikt, is voor het vormen van een College van B en W altijd een samenwerking van twee of meer partijen nodig. Dat heet een coalitie. Partijen die een bestuurder (wethouder), leveren en daardoor onderdeel uitmaken van de coalitie worden ook wel collegepartijen genoemd. De andere partijen heten dan automatisch de oppositie.
Bij het installeren van de wethouders (officieel maken dat ze deze functie hebben) hoort ook het collegeprogramma bekend te zijn gemaakt en is daarover stevig gediscussieerd. Partijen die het eens zijn met dit programma worden dan collegedragende partijen genoemd. Vaak zijn dat alleen de partijen die ook een wethouder hebben geleverd.

Collectieve Arbeids Overeenkomst (CAO)

Het geheel aan afspraken tussen (organisaties van) werkgevers, (organisaties van) werknemers en regering over de arbeidsvoorwaarden, waaronder het loon, vergoedingen voor overwerk, vrije dagen, enzovoort. In 2005 is er een nieuwe vakbond opgericht uit onvrede over de belangenbehartiging van oude vakbonden. Collectieve Arbeids Overeenkomsten moeten door de minister algemeen verbindend verklaard worden. Anders gelden ze niet voor de gehele sector. Is de CAO wel algemeen verbindend verklaard, dan moet elk bedrijf en instelling in die sector belonen volgens deze richtlijn. Zowel meer als minder belonen mag in principe niet. Ook om deze reden zijn er in veel sectoren eens per 15 a 20 jaar herwaarderings regelingen (bijvoorbeeld de Functie Waardering Gezondheidszorg (FWG 3.0)) om te zorgen dat functies met zelfde zwaarte ongeveer hetzelfde loon (en extra's) krijgen.

Collectieve lastendruk

Totaal aan belastingen en premies die (zou moeten) betaald worden door de gehele bevolking.

Collectieve sector

De rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen en de organen die de sociale verzekeringswetten uitvoeren.

College

Het College (van B & W) vormt het bestuur van de stad. Dit bestaat altijd uit een burgemeester en wethouders. Elke wethouder heeft zijn eigen portefeuille (onderdeel waarover hij/ zij beslissingen neemt, bijvoorbeeld financiën, onderwijs, bouwen en wonen, enz.). Zie ook onder B en W. en lees hier meer informatie over College van Burgemeester en Wethouders

College op brede basis

Wanneer 3 of meer partijen een wethouder leveren, wordt het college een college op brede basis genoemd. (voordeel is dat voorstellen breed gedragen worden, omdat ervan uit wordt gegaan dat deze partijen een groot deel van de bevolking vertegenwoordigen, nadeel is dat overleg moeilijker is en er een veel grotere kans is dat veel besluiten in achterkamertjes worden genomen.)

College op smalle basis

Een college van B en W dat berust op een meerderheid van een of twee partijen in de gemeenteraad, met uitsluiting van andere partijen (die dan de oppositie vormen).

Collegeprogramma

Een programma met voornemens en afspraken over het beleid dat de gemeente na de gemeenteraadsverkiezingen de komende vier jaar gaat voeren. Wordt ook wel beleidsprogramma genoemd. Een collegeprogramma wordt gemaakt zo snel mogelijk na de verkiezingen. Daar zijn meer partijen vaak met elkaar in onderhandeling en mag de grootste partij (in totaal aantal uitgebrachte stemmen op deze partij) beslissen met welke partij(en) ze gaat samenwerken.

Comité Européen de Normalisation/ European Committee for Standardization (CEN)

Vertaald is dit het Europees committee voor normalisatie.
Instelling (onderdeel Europees Parlement) die ervoor zorgt dat standaardvormen, namen en eigenschappen in heel Europa gelijk worden gebruikt. Bijvoorbeeld dat alle bedrijven die voetbaldoelen maken deze qua afmetingen hetzelfde maken. Of bedrijven die verf maken dat doen met ongeveer dezelfde eigenschappen, als alle producten met die naam. Het doel is om duidelijkheid te geven aan degene die koopt. Bijvoorbeeld als iemand verf koopt van bedrijf X met de aanduiding 'extra dekkende verf' dat het product vergelijkbaar extra dekkend is als die van bedrijf Y. Op de etiketten van producten worden de normen soms ook wel aangeduid met CE ... (nummer) maar ook met diverse andere vermeldingen.
Zie ook de Engelstalige website van deze instelling

In Nederland word samengewerkt met de NEN

Commissie, leden van een

Een groep leden van de gemeenteraad, duo raadsleden en/ of fractieassistenten die beleidsvoorstellen en andere kwesties bespreekt op specifieke terreinen, zoals financiën of verkeer en vervoer. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter. Hiervoor wordt vaak gezocht naar mensen die veel kennis van zaken hebben op het terrein van de commissie, bijvoorbeeld mensen die er in werken. Een wethouder kan geen lid zijn van een raadscommissie. Hij of zij kan wel uitgenodigd worden om toelichting te geven of vragen te beantwoorden. Er zijn algemene commissies (bijvoorbeeld Onderwijs en Cultuur en speciale (tijdelijke) commissies (commissie adhoc of een vertrouwenscommissie (als voordracht voor benoeming van een burgemeester)). Per raadsperiode van vier jaar kunnen de namen van de commissies wijzigen.
In Leiden mag maar een duo raadslid (of fractie assistent) deelnemen per partij aan een commissie en maximaal 3 raadsleden.
Meer informatie over de commissies van Leiden vindt u hier

Conservatief

Wordt gebruikt om mensen aan te duiden die in hun woorden en daden streven naar het behouden van de dingen zoals ze zijn. Soms gedreven uit angst voor verandering, maar ook vaak uit het idee dat het zoals het nu is, goed functioneert en er dus geen verandering nodig is. (Men heeft leren leven met de beperkingen die er nu zijn en heeft er vrede mee).

Conservatisme

Stroming die wil behouden wat er nu is op de manier zoals het nu is en die verandering zoveel mogelijk wil vermijden. Meer informatie over Conservatisme

Constituerend beraad

Laatst gewijzigd op: 15-02-2007 20:43
Eerste formele vergadering van een pas gevormd kabinet onder leiding van de formateur, die doorgaans minister-president wordt. De kandidaat-ministers onderschrijven in dit beraad het nieuwe regeerakkoord. Na het beraad wordt het kabinet beëdigd door het staatshoofd (in Nederland de Koningin).

Convenant

Vrijwillige overeenkomst waarbij een bepaald bedrijf, bedrijfssector of groep burgers met de overheid afspreekt om bijvoorbeeld een bepaald percentage allochtonen aan te werven, om bepaalde doelstellingen op milieuvlak te halen of een bepaald gebied in te richten voor opvang van daklozen.

Correctief referendum

Een referendum waarbij een reeds door een verkozen orgaan (bijvoorbeeld gemeenteraad) goedgekeurde beslissingen aan de bevolking ter goed- of afkeuring wordt voorgelegd.
Dit is een van de mogelijke vormen voor een referendum. Ook kan gebruik worden gemaakt van een raadgevend referendum. Deze is niet bindend en kan de gemeenteraad dus naast zich neerleggen.

Curatele (onder curatele staan)

Laatst gewijzigd op: 15-02-2007 17:06
Een gemeente of provincie kan onder curatele komen te staan. Dat is wanneer een gemeente of provincie voor langere tijd (veel) meer geld uitgeeft dan ze binnenkrijgt. In zo een geval wordt een gemeente een artikeltwaalfgemeente genoemd.