Woordenlijst Politiek Jargon

De ChristenUnie Leiden biedt u een Woordenlijst Politiek Jargon aan. Hierin vindt u veel begrippen die ambtenaren en politici gebruiken, verklaard in normaaltaal.

Rechts op deze pagina vind u hoe en wat in gebruik

Veel plezier ermee.

Mist u nog iets in deze woordenlijst, laat het ons weten via info@leiden.christenunie.nl.

Woordenlijst Politiek Jargon

Officiƫren

Optreden in functie van een persoon met een invloedrijke baan. Ook wel officieel optreden genoemd.

Ombuiging

Van het ene geldpotje wordt geld overgeheveld naar andere geldpotjes. De overheid heeft overal een budget voor vastgesteld, om overzicht te houden. Dat heet het oormerken van geld (het geld mag alleen daaraan worden uitgegeven). Door het anders te oormerken kan een geldbedrag dat te hoog blijkt te zijn, verlaagd worden. Wat dan over blijft, kan een reservering worden voor iets waarvoor het geld harder nodig is.
Een manier van geldverdeling die veelvuldig wordt toegepast en voor buitenstaanders vaak erg ondoorzichtig is. Wanneer vaak middelen worden omgebogen is het heel moeilijk om goed controle te houden. Daarom zijn er altijd boekhouders die na een bepaalde tijd alles gaan controleren. Het kan dan voorkomen dat er fouten zijn gemaakt (die dan onregelmatigheden worden genoemd) of dat er regelrecht en bewust geld verkeerd is afgenomen van bepaalde potjes (en soms naar eigen rekening is overgeboekt). Dat heet dan een boekhoudschandaal.

Ook kan het zijn dat het niet is toegestaan volgens afspraken om het geld ergens anders voor te bestemmen.

Vaak is het zo dat de overheid per jaar een bedrag afspreekt om te reserveren voor een doel. Als het jaar ten einde is, en nog steeds niet al het geld dat ervoor bestemd was, is uitgegeven, dan kan het zijn dat er voor het jaar erna minder geld wordt gereserveerd. Ombuigen van middelen voorkomt dat er minder geld wordt gereserveerd in het totaal.

Onbezoldigd

Onbezoldigd betekent: zonder betaling. Hier gaat het dan over nevenfuncties van een politiek persoon of iemand in andere belangrijke publieke functie. Wanneer iemand een bezoldigde nevenfunctie heeft, betekent dat dat hij naast de politieke (betaalde) baan ook een andere betaalde baan heeft. Onbezoldigd betekent dat het gaat om een functie met een kleine onkostenvergoeding of geheel vergoedingsvrije functie.

Ongeldige stem

Op een stembiljet mocht vroeger maar één hokje rood worden gemaakt. Wie daarvan afweek stemde blanco (door geen hokje rood te maken) of ongeldig. Een stem was ongeldig wanneer meer dan één hokje rood was gemaakt of wanneer het biljet bijvoorbeeld van tekst was voorzien, bij wijze van protest. Deze laatste mogelijkheid om een proteststem uit te brengen wordt steeds verder beperkt: bij het stemmen met een stemmachine wordt geen rood potlood meer uitgereikt. Ongeldig stemmen door meer partijen te stemmen is nog steeds mogelijk.

Onroerende ZaakBelasting

Een belasting die iedereen aan de gemeente moet betalen die een woning of een bedrijfspand huurt of in eigendom heeft. Hoeveel onroerende-zaakbelasting u moet betalen, hangt af van de waarde van uw pand. De gemeente hanteert het beleid om de waarde van een pand te bepalen aan de hand van de taxatiewaarde (dit was vroeger de aankoopwaarde plus een stijgingspercentage).
In 2006 is het huurdersdeel (ook wel gebruikersdeel genoemd) afgeschaft. Omdat voor veel gemeenten de OZB de belangrijkste inkomsten zijn, heeft de gemeente compensatie gekregen via landelijke belastingen. Daarnaast gaat de gemeente andere belastingen heffen om het tekort aan inkomsten weer op te heffen.
In feite betekent het dus niets anders dan dat andere groepen mensen meer belasting moeten gaan betalen. Vaak zijn dat het grootste gedeelte dezelfde mensen die ook de eerdere belasting betaalden.

Onverkiesbaar

Laag op de lijst geplaatste kandidaten heten vaak 'onverkiesbaar' te zijn. Partijen maken een inschatting van het aantal zetels dat gehaald gaat worden (meestal wordt gehoopt op iets meer dan de vorige keer). Ongeveer dat aantal plaatsen op de lijst krijgt het predikaat 'verkiesbare plaats'. Uiteraard kan het aantal zetels nog hoger uitvallen. Ook kunnen laag geplaatste kandidaten met voorkeurstemmen worden verkozen. Echt onverkiesbaar zijn de onverkiesbaren dan ook niet, hooguit 'kansarm', om het in politiek jargon uit te drukken. Mocht het echter zo zijn dat raadsleden tussen de verkiezingen om zwaarwegende redenen de politiek verlaten, dan wordt er volgens de kieslijst een andere kandidaat als opvolger gezocht. In de gemeenteraad moeten mensen die assisterend raadswerk doen (zogenaamde duo raadsleden) ook op de kieslijst voorkomen. Anders hebben deze mensen geen stemrecht tijdens de commissievergaderingen.

Openbare orde

Rust en orde op straat en in openbare gelegenheden, zoals bijvoorbeeld cafés, theater, gemeentehuis en de bibliotheek. In de gemeente is de burgemeester verantwoordelijk voor de openbare orde.

Mocht er iets heel ernstigs gebeuren, zoals bijvoorbeeld het neerstorten van een vliegtuig, dan zijn er al van tevoren heel uitgebreide plannen gemaakt die de burgemeester en enkele andere mensen kunnen gebruiken om alle hulp snel en goed te kunnen laten verlopen. Ook zijn er speciale plaatsen aangewezen waarvan de burgemeester en de anderen van het crisisteam gebruik kunnen maken, de zogenaamde crisiscentra.

Opiniepeilingen

Neem een representatieve steekproef van ongeveer duizend mensen, vraag ze wat ze denken te gaan stemmen bij de komende verkiezingen en je hebt nieuws. In de maanden voorafgaand aan de verkiezingen worden ten minste één keer per week de meningen gevraagd van een grote groep mensen. Kranten en televisie houden nauwkeurig bij of de aanhang van partijen groeit of afneemt en verklaren waarom zij denken dat dat gebeurt.

Opkomst

Sinds de afschaffing van de opkomstplicht lag de opkomst bij verkiezingen lange tijd rond de 70%. De laatste jaren ligt de opkomst echter lager, in 1998 was dat 59%. Welke partijen baat hebben bij een hoge of juist lage opkomst is moeilijk vast te stellen. Voor de grote partijen lopen de meningen daarover uiteen. Wel staat vast dat de kleine christelijke partijen SGP en ChristenUnie gebaat zijn bij een lage opkomst. Hun achterban bestaat uit trouwe stembusgangers. Dus hoe lager de opkomst, hoe beter hun uitkomst.

Opkomstplicht

Bij de gemeenteraadsverkiezingen gold in 1966 voor de laatste keer de opkomstplicht, soms ten onrechte ook wel stemplicht genoemd. Het uitbrengen van een stem is nooit verplicht geweest, de wet schreef alleen voor dat alle kiezers op het stembureau moesten verschijnen.

Oppositie

Partijen die kritisch meekijken met besluiten, die afspraken controleren en voorstellen doen in de gemeenteraad. Zij hebben geen deel aan het dagelijks bestuur omdat ze geen wethouder hebben geleverd. Deze partijen maken deel uit van de gemeenteraad en kunnen dus ook van de instrumenten gebruik maken die voor de gemeenteraad zijn gemaakt. In 2002 is het duale stelstel
ingesteld wat ook de mogelijkheid geeft aan partijen die niet in de oppositie zitten om het oneens te zijn met hun eigen wethouder of die van andere partijen in het gemeentebestuur. Wanneer dat over belangrijke punten gaat, spreekt men van een crisis. Maar het kan dus best gebeuren dat een partij die ook een wethouder heeft geleverd niet instemt met de voorstellen van een andere bestuurderspartij.

Oproepingskaart

De oproep om te gaan stemmen wordt door de gemeente ten minste twee weken voor de verkiezingen verspreid. Gegevens daarvoor worden ontleend aan de Gemeentelijke Basisadministratie. Vanaf een maand voor de verkiezingen kunnen mensen die menen kiesgerechtigd te zijn bij de gemeente navragen of ze ook werkelijk als kiezer in de administratie zijn opgenomen. Uiteraard kan al eerder worden nagevraagd of iemand in het GBA staat geregistreerd.